ANALYSE – De Japanse yen eiste vorige week de aandacht op binnen de valutawereld met een koerssprong van ruim 2 procent. Dat was de grootste stijging sinds 2022.

Wie kijkt naar de oorzaak van de opleving, is al snel geneigd om dit af te doen als een schijnbeweging. Uit gegevens die de Bank of Japan (BoJ) vrijdag publiceerde, blijkt dat er voor meer dan 3,5 biljoen yen – ongeveer 20 miljard euro – aan steunaankopen is gedaan.  

Het is niet de eerste keer dat de centrale bank veel geld vrijspeelt in een poging om de duikvlucht van de yen te stoppen. Tot nu toe volgt er echter na elke ingreep een nieuwe daling. Sinds begin 2021 is de munt 35 procent teruggevallen ten opzichte van de dollar en 27 procent ten opzichte van de euro.

De reden voor de zwakke prestaties van de yen is dat de Japanse rente veel minder hard is opgelopen dan in de westerse wereld, wat de vraag naar de munt drukt.

Japanse rente weer boven de nul procent 

De afgelopen jaren is het belangrijkste Japanse rentetarief verhoogt van -0,1 naar 0,1 procent. Dat is een groot verschil met Europa en de Verenigde Staten, waar de beleidsrente opgeschroefd is tot 4 procent of zelfs nog meer.

Voor handige financiële partijen is het dus heel aantrekkelijk om geld te lenen in Japan en dat tegen een hoger rendement in een andere regio te investeren. Door die zogeheten 'carry trade' zijn de steunaankopen van de BoJ druppels op een gloeiende plaat. 

Toch zou de recente opleving van de yen zomaar het startpunt kunnen zijn van een grotere opmars, in plaats van een schijnbeweging. Daarover komt op 30 juli meer duidelijkheid. Op die dag komt het bestuur van de centrale bank bijeen voor een vergadering over het te voeren beleid. Het zou een duidelijk signaal zijn als de beleidsrente voor de tweede keer dit jaar wordt verhoogd.

Maar een beleidsomslag kan zich ook op een andere manier aftekenen. Bijvoorbeeld als de BoJ voorsorteert op een renteverhoging later in 2024, in combinatie met het afbouwen van het pakket steunmaatregelen.

Momenteel koopt de bank maandelijks voor 5 tot 7 biljoen yen aan staatsobligaties en andere activa. Op deze wijze wil de BoJ de inflatie opstoken, die al jarenlang duidelijk onder de eigen doelstelling van 2 procent ligt. Dat is echter niet meer het geval. In mei liep de inflatie nog op van 2,2 naar 2,5 procent.  

Eind van 'carry trade' in zicht?

Als de centrale bank nadrukkelijk voorsorteert op een beleidswijziging, is dat voor handelaren een teken dat ze hun carry trade moeten gaan afbouwen.

Die beweging kan in een stroomversnelling komen als westerse centrale banken in de loop van 2024 de beleidsrente wat terugschroeven. Dat draagt er ook aan bij dat de rentekloof tussen Japan en de rest van de ontwikkelde wereld kleiner wordt.  

Langzaam maar zeker lijkt het tij voor de yen na de enorme waardedaling in de afgelopen jaren te keren. Voor het zover is, moet de BoJ de valutawereld eerst overtuigen dat de beleidsomslag er daadwerkelijk gaat komen. Tot die tijd zwemt de bank met elke vorm van steun voor de yen duidelijk tegen de stroom in. 

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Bekijk de video’s over ontwikkelingen binnen de valutawereld op het YouTube-kanaal van iBanFirst.

LEES OOK: Rust rond Britse pond duidt op vertrouwen dat Labour bij verkiezingswinst zuinig is met begroting